Tegenwoordig is er steeds meer aandacht voor de schadelijke gevolgen van te hard geluid. Op festivals, in kroegen maar ook in een professionele omgeving blijkt meer en meer tot welke ernstige schade te veel lawaai kan leiden.
Gelukkig zorgt Audinc voor de beste werk oordoppen, op maat gemaakt.
Niet alleen doofheid, maar ook de mentale gevolgen van teveel lawaai moeten niet onderschat worden. Op basis van regelgeving moeten werkgevers passende maatregelen treffen als er sprake is van een overtreding van de maximale geluidsnormen.
In dit artikel gaan we in het bijzonder in op hard lawaai in werksituaties en welke gevolgen dat heeft voor het gehoor en de gezondheid. Ook gaan we in op mogelijke tips om gehoorschade op het werk te voorkomen en te beperken, waaronder het gebruik van op maat gemaakte werk oordoppen.
In bepaalde beroepen zijn harde geluiden onvermijdelijk. Door het ontbreken van goede maatregelen leidt dit helaas vaak tot gehoorschade, waarmee gehoorschade in de top 3 van beroepsziektes staat.
Bepaalde beroepsgroepen lopen meer kans op gehoorschade, doordat zij in hun werk vaak te maken hebben met luide geluiden. Denk daarbij aan bouwvakkers, boeren, houtbewerkers, werkenden in de metaalindustrie, maar ook politie, defensie, docenten en DJ’s of artiesten. Machinale arbeid, harde muziek en geluid van materieel kan daarbij dus zorgen voor gehoorschade. Er wordt geschat dat maar liefst een miljoen Nederlanders tijdens het werk risico loopt op gehoorschade, en dat terwijl de gevolgen van gehoorschade impact hebben op meer dan alleen het gehoor zelf.
Op lange termijn kan werken in een luide omgeving leiden tot gehoorschade. Gehoorschade kan bestaan uit doofheid (het slechter kunnen horen van geluiden of bepaalde tonen), maar ook tinnitus. Bij tinnitus ontstaat er oorsuizen, wat zich kan uiten als een piep, bromtoon of ander storend geluid dat continu in het oor aanwezig is. Deze fysieke klachten kunnen leiden tot veel mentale problemen, zoals slapeloosheid, stress, vermoeidheid en zelfs depressie.
In de ARBO-wet is bepaald dat geluiden vanaf 80 dB de grens zijn: hierboven moet de werkgever gehoorbescherming beschikbaar stellen. Vanaf 85 dB moeten medewerkers deze bescherming ook daadwerkelijk dragen. Overigens is het de bedoeling dat voordat gehoorbescherming gedragen moet worden, de werkgever zich inspant om de bron van het lawaai weg te nemen of te beperken. Als dat niet lukt, dan moet gehoorbescherming gedragen worden.
Bij 80 decibel is het lastig om elkaar nog te verstaan op een meter afstand zonder de stem te verheffen. Wanneer men regelmatig geluiden van 80 dB hoort, bestaat er de kans op gehoorschade. Hoe harder het geluid, hoe groter de kans dat het gehoor direct beschadigd wordt.
Gehoorbescherming is essentieel om langdurige gehoorschade te voorkomen. Dat kan door het dragen van gehoorkappen, die over het oor geplaatst worden, werk oordoppen die in het oor worden geplaatst, of otoplastieken. Een otoplastiek is een oordop die speciaal op maat is gemaakt, en daarmee perfect aansluit op de gehoorgang. Door het dragen van een otoplastiek wordt het gehoor optimaal beschermd. Het voordeel van otoplastiek is dat deze oordoppen speciale filters kunnen hebben, afhankelijk van het gebruik van de otoplastieken. Zo is het nog wel mogelijk om gesprekken te volgen, maar wordt schadelijk hard geluid wel weggefilterd door deze oordoppen.
Otoplastieken zijn duurder in de aanschaf dan gehoorkappen of normale oordoppen, maar gaan ook lang mee. Om te zorgen dat het gehoor ook echt goed beschermd blijft, is het belangrijk van tijd tot tijd de oordoppen te laten controleren en eventueel te laten aanpassen. Eens in de vijf jaar is het verstandig om de otoplastieken te laten testen op pasvorm.
De belangrijkste actie om te ondernemen is om te zorgen voor passende gehoorbescherming. Daarnaast zijn er nog een aantal zaken die de kans op gehoorschade kunnen verminderen. Deze tips zijn voornamelijk van toepassing op werkgevers:
Als werknemer wordt aangeraden om met de werkgever in gesprek te gaan over bovenstaande ingrepen en de werkgever te wijzen op zijn plichten zoals die vermeld worden in de ARBO-wet.